Jan C. Engelberts
Over Jan C. Engelberts
Jan C. Engelberts was een individualist, een “éénling”. Hij timmerde niet aan de weg maar sloot zich op in zijn atelier of trok in Frankrijk en Italië alleen de natuur in. Schilderen was voor hem een ambacht, een kunnen géén kunst.
Typerend voor hem is de uitspraak “Wanneer schilders van vroeger zouden kunnen lezen met welke gevoelens ze volgens hedendaagse kunsthistorie bezield zouden zijn geweest, zouden velen onder hen gegarandeerd een vrolijke avond hebben”
Op ongewone wijze geraakte Jan Engelberts in het ambacht. Na zijn middelbare opleiding vond hij een kantoorbaan. Een kollega zag zijn tekeningen en bracht die naar de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. Op grond van zijn werk werd hij terstond aangenomen!
Na zijn zes academiejaren maakte Engelberts reizen naar Griekenland, Italië en Frankrijk. In 1962 werd hij aangesteld als tekenleraar aan het Amsterdamse St Ignatiuscollege, waar hij kort tot zijn dood in 1980 talloze leerlingen het tekenambacht leerde.
Veelzijdig was Jan Engelberts beslist, maar olieverf, aquarel en schets hadden zijn voorkeur. Het landschap portret en het stilleven maakten een belangrijke onderdeel uit van zijn werk. Zijn grote belangstelling voor materiaal en technieken zetten hem er ook toe om restauratiewerk te verrichten.
Hij stond argwanend tegenover gevestigde kunstkritiek. Intense belangstelling had hij voor kunstgeschiedenis. Hij voelde zich aangetrokken door het werk van de ‘groten’. Een verlangen dat hem soms melancholiek stemde en een gevoel van onmacht tegenover de grote meesters teweegbracht.
(tekst uit het persbericht naar aanleiding van een herdenkingstentoonstelling in 1984 in het Palthehuis te Oldenzaal)
Jan C. Engelberts 1925-1980.